Het InBody Resultatenblad
U heeft zojuist een InBody test gedaan. Wat betekenen uw resultaten?
Het resultatenblad dat u hier ziet is van de InBody 770. De uitleg bij dit resultatenblad geldt voor alle InBody apparaten.
Het resultatenblad dat u hier ziet is van de InBody 770. De uitleg bij dit resultatenblad geldt voor alle InBody apparaten.
Het InBody resultatenblad kan een van de meest krachtige hulpmiddelen zijn voor het begeleiden, trainen en verzorgen van uw cliënten op manieren die eerder nooit mogelijk waren. Om de kracht van het InBody resultatenblad echter te ontgrendelen, moet u eerst bekend worden met de manier waarop het resultatenblad informatie rapporteert en, belangrijker nog, wat je ermee kunt doen. Dat is het punt van dit e-book.
Op het InBody resultatenblad staat informatie over de gezondheid en conditie die iedere professional nodig heeft om cliënten te kunnen behandelen, maar ook om als professional het beste uit uzelf te kunnen halen.
Op deze pagina leert u precies hoe u het InBody resultatenblad kunt lezen en interpreteren. U leert wat de termen betekenen, waarom ze waardevol zijn en u leert welke strategieën u kunt toepassen om deze waardevolle gegevens binnen uw bedrijf te implementeren.
Als u na het lezen nog vragen heeft, kunt u via de contactpagina met ons opnemen. Een InBody specialist is u graag van dienst.
In de volgende hoofdstukken gaan we het hebben over het resultatenblad.
* De informatie die in dit document wordt verstrekt, dient alleen voor educatieve doeleinden te worden gebruikt en vormt geen medisch advies. Alleen gediplomeerde medische professionals en gezondheidsprofessionals kunnen patiënten diagnosticeren en medisch advies geven.
Bovenaan het resultatenblad ziet u de basis lichaamssamenstelling van uw cliënt.
H et resultatenblad ziet er anders uit per InBody model, maar alle modellen hebben de kleinste eenheden links op het resultatenblad staan en de grotere categorieën zoals het totale gewicht rechts staan.
In dit voorbeeld van het InBody 770 resultatenblad kunt u zien hoe het gewicht wordt verdeeld in Vetvrije Massa en Totaal Lichaamswater die in nog kleinere stukken worden verdeeld: Intracellulair Water, Extracellulair Water, Eiwitten, Mineralen en Vetmassa.
Aflopend ziet u het Intracellulair Water en het Extracellulair Water. Intracellulair Water is de hoeveelheid lichaamswater binnen de lichaamscellen en Extracellulair Water is de hoeveelheid water buiten de cellen. Samen vormen ze het Totaal Lichaamswater.
PRAKTISCHE TOEPASSINGEN
Beide secties zijn erg handig, maar met name het Extracellulair Water heeft veel praktische toepassingen voor gezondheidsprofessionals. Als u een toename van ECW en niet ICW heeft, kan dit wijzen op de aanwezigheid van een inwendige zwelling en/of een ontsteking.
Onder ICW en ECW staat de Vetvrije Massa. Dit is het gewicht van de eiwitten en mineralen in het lichaam. Hoewel deze sectie van het resultatenblad weinig gebruikt wordt, kan het interessante inzichten leveren.
Aangezien spieren voornamelijk uit eiwitten bestaan en de Mineralen en Eiwitten niet uit lichaamswater bestaan, weet u dat wanneer de hoeveelheid Mineralen en Eiwitten van een cliënt zijn gestegen, hij of zij ook daadwerkelijk spieren heeft opgebouwd.
Onder de Vetvrije Massa staat de Vetmassa. Deze laat al het lichaamsvet van de persoon zien inclusief onderhuids vet en visceraal vet.
Door ICW, ECW, Eiwitten en Mineralen samen te voegen krijgt u de totale Vetvrije Massa. De Vetvrije Massa is het lichaamsgewicht zonder het vet. Dit gewicht bestaat uit de spieren, het lichaamswater, de botten en de organen.
Een verhoging in de Vetvrije Massa, is een verhoging in de spiermassa (wat je ook kunt zien als een verhoging in de Eiwitten en Mineralen) en wordt gezien als een verbetering in de lichaamssamenstelling. Echter, mensen die een abnormale lichaamswater ratio hebben, kunnen ook een verhoging in de Vetvrije Massa hebben door bepaalde gezondheidsaandoeningen zoals zwellingen.
Read 'Body Composition 101: The Beginner's Guide'
Read 'Unpacking Body Composition Lingo'
Read 'Your Body and You: A Guide To Body Water'
De ECW/TBW Analyse vergelijkt de ratio’s van het Extracellulair Water met het Totaal Lichaamswater. De meeste gezonde mensen hebben een gemiddelde ratio van 0.380. Het aanvaardbare bereik ligt tussen de 0.360-0.390. Alles wat boven de 0.390 ligt, kan wijzen op een zwelling of op overtollig ECW.
Er kunnen kleine schommelingen optreden in het ECW/TBW van de cliënt. De ECW/TBW Analyse wordt voornamelijk gebruikt voor de Segmentale Spier Analyse.
Deze grafiek laat zien of uw cliënt een zwelling in een bepaald lichaamsdeel heeft (zoals door een blessure) of zwellingen door het gehele lichaam heeft (wat vaak het geval is bij mensen met obesitas).
Dit resultaat wordt ook gebruikt om context te geven aan de Vetvrije massa. Een hoge Vetvrije Massa en een hoge ECW/TBW ratio wijst vaak op de aanwezigheid van overtollig extracellulair water en niet op een goed ontwikkelde spiermassa.
Voor veel mensen is deze sectie van het resultatenblad een van hun favorieten.
Dat komt omdat ze hiermee verschillende lichaamsdelen gemakkelijker kunnen categoriseren. Met deze sectie kunt u uw cliënten een goed, algemeen idee geven over hun huidige lichaamssamenstelling en adviseren over de veranderingen die ze moeten maken.
Het 100% cijfer en alle andere procentuele cijfers zijn gebaseerd op wat als normaal wordt gezien voor een individu met dezelfde lengte en hetzelfde geslacht als die van de cliënt die getest wordt. Met de markeringen boven de staafdiagrammen kunt u uw cliënt vergelijken met anderen van dezelfde lengte en hetzelfde geslacht.
Hoewel het gezonde bereik kan variëren zoals hierboven wordt aangegeven, staat het 100% percentage altijd voor het gemiddelde van personen met dezelfde lengte en hetzelfde geslacht. Als de gewichtsbalk 130% is, betekent het dat het gewicht van de cliënt die u heeft getest 30% boven het gemiddelde ligt.
Als de gewichtsbalk van uw cliënt 70% is, betekent het dat uw cliënt 30% minder massa heeft dan het gemiddelde voor zijn of haar lengte.
Deze diagram laat zien hoe de lichaamssamenstelling van uw cliënt is in verhouding tot mensen van dezelfde lengte en van hetzelfde geslacht.
GEWICHT
Het totale lichaamsgewicht
SKELET SPIERMASSA (SSM)
Het totale gewicht van de skeletspieren. Dit zijn spieren die u kunt ontwikkelen door middel van oefeningen. In tegenstelling tot de Vetvrije Massa, die bestaat uit alles behalve lichaamsvet, kunt u een toename in de SSM zien als een toename in de spiermassa.
VETMASSA
De Vetmassa is de hoeveelheid lichaamsvet die uw cliënt heeft en bestaat uit visceraal vet en onderhuids vet. De Spier-Vet Analyse vertelt u ook of de SSM en Vetmassa van de cliënt in balans zijn in verhouding tot zijn of haar gewicht.
De Spier-Vet Analyse diagram zorgt ervoor dat u de lichaamssamenstelling van uw cliënt in één oogopslag begrijpt.
Door naar de lengte van ieder balkje te kijken en door te kijken hoe ze tot elkaar verhouden, kunt u uw cliënt beter helpen bij het behalen van zijn of haar doel.
De drie waarden die in de Spier-Vet Analyse worden gepresenteerd, zijn zodanig opgesteld zodat u gemakkelijk algemene observaties kunt maken over de lichaamssamenstelling van uw cliënt.
U kunt observaties maken door de eindpunten van Gewicht, SSM en Vetmassa te verbinden om een van de drie “vormen” te creëren.
Bij een persoon met een C-vorm is het balkje van de SSM korter dan die voor het gewicht en de Vetmassa. Hoewel dit karakteristiek is voor iemand die overgewicht of obesitas heeft, ziet u deze vorm ook terug bij mensen die een normaal gewicht of ondergewicht hebben.
Als u een cliënt tegenkomt met een C-vorm is het wenselijk om de Vetmassa te reduceren (wat ook voor een verlaging in het gewicht zorgt) en de Skeletspiermassa te ontwikkelen. Het doel is om een I-vorm te krijgen en op den duur een D-vorm.
Een individu met een I-vorm heeft een “gebalanceerde” lichaamssamenstelling, dat wil zeggen dat de balkjes van hun Gewicht, Skeletspiermassa en Vetmassa een rechte lijn vormen.
Hoewel mensen met deze lichaamssamenstelling een gezond gewicht of vetpercentage hebben, kunnen ze nog steeds gezondheidsrisico’s krijgen als ze teveel lichaamsvet hebben.
Als u met een cliënt werkt die een I-vorm lichaamssamenstelling heeft, moet u er eerst proberen achter te komen wat zijn of haar gezondheidsdoel is voordat u aanbevelingen geeft.
Mensen met een I-vorm lichaamssamenstelling lopen geen gezondheidsrisico’s en kunnen zich richten op het ontwikkelen van spieren om sterker of groter te worden of op het verliezen van vet om slanker te worden.
Bij een persoon met een D-vorm is het balkje van de SSM langer dan die van het gewicht en de vetmassa. Dit wijst op een “atletisch” lichaamstype en wordt gezien als de ideale lichaamssamenstelling vorm.
Als u met een cliënt werkt die deze vorm heeft, heeft hij of zij waarschijnlijk al een specifieke fitnessdoel. Uw taak is om hem of haar te helpen bij het bereiken van dat doel.
Uw cliënt wil wellicht sterker of groter worden. In dit geval houdt u de SSM en Vetmassa balkjes in de gaten om ervoor te zorgen dat niet de Vetmassa, maar de SSM stijgt.
Anderen willen slanker worden en lichaamsvet verliezen. In dit geval houdt u het vetverlies in de gaten, maar zorgt u er tegelijkertijd voor dat de cliënt niet te veel SSM verliest. Als de cliënt te veel SSM verliest, moet u aanpassingen in het programma maken.
Read 'Why Building Lean Mass Is Important For Everyone (yes even you)'
Read '5 Things You Didn’t Know About Muscle and Fat'
De Obesitas Analyse bestaat uit een standaard resultaat dat alle lichaamssamenstelling analyses hebben: het Vetpercentage.
Het lijkt op het eerste gezicht een eenvoudig resultaat (een deling van de vetmassa door het totale gewicht), maar het is een veel betere indicatie om te bepalen wat de risico’s op obesitas zijn dan BMI. De BMI is alsnog in de analyse inbegrepen om de gebreken ervan te laten zien.
Op het InBody resultatenblad ziet u de bereiken voor BMI en Vetpercentage. 18.5-24.99 kg/m² is het normale bereik volgens de Wereldgezondheidsorganisatie. Dit normale bereik wordt ook weergegeven op het InBody resultatenblad. U kunt dit bereik veranderen in de instellingen.
Het bereik voor Vetpercentage verschilt bij mannen en vrouwen, omdat vrouwen meer lichaamsvet hebben dan mannen vanwege hun voortplantingssysteem en genen. Het voorbeeld diagram hierboven is representatief voor een vrouw. Het gemiddelde bereik voor vrouwen is 18-28% en het gemiddelde vetpercentage is 23%.
U kunt uw cliënt het vetpercentage laten zien zodat ze hun gezondheid en conditie beter kunnen begrijpen. BMI hoeft hiervoor niet gebruikt te worden. Volgens de WGO is BMI een bevolkingsmaatstaf voor obesitas en moet deze gezien worden als een globale indicatie bij individuen.
Voor mannen is het gezonde bereik 10-20%.
Voor vrouwen is het gezonde bereik 18-28%.
If you’d like more information on how InBody sets the PBF ranges for men and women, click here.
Read 'Why You Need To Know Your Body Fat Percentage'
Read 'BMI’s Fat Secret'
Aan het einde van het resultatenblad staat de Lichaamssamenstelling Ontwikkeling die de belangrijkste lichaamssamenstelling resultaten weergeeft. Hierdoor kunt u gemakkelijk ontwikkelingen identificeren die in de loop van de tijd zijn ontstaan.
Neem bijvoorbeeld de resultaten hierboven. Deze resultaten zijn representatief voor een individu met een D-vorm die meer spieren wil ontwikkelen en vet wil verliezen.
Zoals u kunt zien is het programma dat dit individu heeft gevolgd zeer succesvol geweest. In minder dan twee maanden is het gewicht van deze persoon met iets minder dan 1 kilo gestegen en hij is maar liefst 3.6 kilo in spiermassa aangekomen. Daarnaast zakte zijn vetpercentage met 2.6%.
Als de resultaten van uw cliënt eruit zien zoals het voorbeeld hierboven, dan is het oefen/dieetprogramma dat de cliënt heeft gevolgd zeer effectief gebleken. Er is weinig noodzaak tot wijzigingen in de oefeningen of in het dieet, maar het is raadzaam om de ontwikkelingen in de gaten te houden.
De Lichaamssamenstelling Ontwikkeling maakt het ook gemakkelijk om negatieve veranderingen in de lichaamssamenstelling te volgen, vooral veranderingen die op het eerste gezicht “positief” lijken zoals gewichtsverlies.
Hierboven ziet u de grafiek van een cliënt waarvan het gewichtsverlies het gevolg is geweest van een langzame spierverlies wat tot een hoger vetpercentage heeft geleid.
Een grafiek zoals deze kan een echte eye-opener zijn voor de cliënt omdat het de negatieve veranderingen in de lichaamssamenstelling laat zien terwijl het gewicht hetzelfde is gebleven of zelfs is afgenomen.
Voor deze cliënt is een programma waarbij hij of zij een aangepast dieet volgt en krachttraining doet om de spieren te behouden de beste oplossing.
Read 'Why Tracking Changes in Body Composition Leads To Results'
Read 'How To Set a Body Composition Goal That’s Right For You'
Het resultatenblad bevat veel waardevolle resultaten, maar de Segmentale Spier Analyse is de meest waardevolle sectie van het resultatenblad.
De Segmentale Spier Analyse laat zien hoeveel Vetvrije Massa ieder segment bevat en niet hoeveel “spiermassa” ieder segment bevat.
Dit is een belangrijk verschil waar u meer over kunt leren in de blog post “Vetvrije Massa vs. Skeletspiermassa: wat is het verschil?”
Hoewel een toename van de Skeletspiermassa in een lichaamssegment als een toename in de Segmentale Spier Analyse wordt gezien, is niet iedere toename van de Vetvrije Massa een toename in spieren. Dat komt omdat de Vetvrije Massa ook uit lichaamswater bestaat. De grafiek is daarom niet alleen handig voor het monitoren van de spiermassa, maar ook om te kijken of er blessures of gezondheidsproblemen zijn.
De InBody verdeelt het lichaam in 5 lichaamssegmenten: twee armen, twee benen en de romp (het gebied tussen de nek en de benen). De informatie van ieder lichaamssegment wordt in twee balken weergegeven.
Net als bij de Spier-Vet grafiek vergelijkt de bovenste balk van de Segmentale Spier Analyse de hoeveelheid Vetvrije Massa in kg van de cliënt met de gemiddelde hoeveelheid Vetvrije Massa van personen met dezelfde lengte en hetzelfde geslacht.
Het beste is een percentage van 100% of hoger.
Het onderste balkje is anders dan het bovenste balkje en laat het percentage spiermassa zien waardoor het makkelijker om te zien of is of de spiermassa goed ontwikkeld is (100% of hoger) of juist onderontwikkeld is.
Wat laat dit balkje zien? Het vergelijkt de Vetvrije Massa van de cliënt met hun lichaamsgewicht. Het laat zien of de cliënt genoeg Vetvrije Massa heeft om het lichaamsgewicht te kunnen ondersteunen. De 100% staat voor voldoende Vetvrije Massa.
In het voorbeeld hierboven ziet u dat de drie bovenlichaam segmenten boven de 100% zijn, maar de onderlichaam segmenten niet.
Als u met een cliënt werkt die een grafiek heeft zoals hierboven is het raadzaam om oefeningen te adviseren die erop gericht zijn om de Vetvrije Massa in de benen te ontwikkelen. De lichaamssamenstelling zal daardoor meer in balans zijn. Ook kunnen andere positieve effecten optreden zoals een daling in het vetpercentage.
Ieder persoon kan theoretisch gezien een onderontwikkeld lichaamssegment hebben en zonder de Segmentale Spier Analyse is het moeilijk om dit te identificeren.
Er zijn echter bepaalde cliënten die een hoger risico lopen op onderontwikkelde spieren dan andere cliënten. Hieronder ziet u drie voorbeelden.
Here are three:
1.Volwassenen die een zittende leefstijl hebben
Volwassenen die een zittende leefstijl hebben en niet veel sporten hebben meestal een Segmentale Spier Analyse van minder dan 100%, vooral in de benen. Dit komt omdat ze vanwege hun werk een groot deel van de dag zitten.
2. Personen die “skinny fat” zijn (sarcopenische obesitas)
Personen die “skinny fat” zijn, hebben meer lichaamsvet en minder Vetvrije Massa dan wat gezond is voor hun lichaam. Dit kan resulteren in scores van minder dan 100% voor een of meerdere lichaamssegmenten.
3. Ouderen
Ouderen in het bijzonder lopen risico op onderontwikkelde Vetvrije Massa. Dit komt omdat ze spieren verliezen als gevolg van te weinig beweging. Hierdoor kunnen ze minder goed voor zichzelf zorgen naarmate ze ouder worden en hebben ze meer kans op gebroken botten tijden valpartijen.
Een onbalans tussen het boven- en onderlichaam komt tegenwoordig vaker voor door de toenemende zittende leefstijl van werkenden. U zult vaker gevallen tegenkomen waarbij de spieren in het bovenlichaam goed zijn ontwikkeld, maar die in het onderlichaam niet, zoals in het voorbeeld hieronder.
Als uw cliënt een grafiek heeft zoals deze moet hij of zij de Vetvrije Massa in de benen ontwikkelen.
Hoewel het bovenlichaam goed ontwikkeld is, bestaat er nog steeds een kans dat het onderlichaam geblesseerd
raakt door de lage hoeveelheid Vetvrije Massa. Als de lichaamssamenstelling hetzelfde blijft, bestaat er een kans op
gezondheidsproblemen.
Via de Segmentale Spier Analyse kunt u ook zien of er een onbalans is tussen de linker- en rechterarm of tussen het linker- en rechterbeen.
Hoewel deze cliënt een gebalanceerde bovenlichaam heeft, is er een aanzienlijke onbalans tussen het rechter- en linkerbeen. Er kunnen hier veel redenen voor zijn. De cliënt kan bijvoorbeeld een zwelling hebben als gevolg van een blessure waardoor de grafiek een toename in de Vetvrije Massa laat zien.
Als u een cliënt heeft met deze lichaamssamenstelling is het zinvol om meer te weten te komen over zijn of haar medische geschiedenis om te bepalen of de onbalans door een zwelling komt of door onderontwikkelde Vetvrije Massa.
Read 'Lean Body Mass vs. Skeletal Muscle Mass: What’s the Difference?'
Read 'Does Muscle Turn Into Fat?'
Aan de rechterkant van het resultatenblad ziet u extra resultaten die u kunt toevoegen of weg kunt laten afhankelijk van uw behoeften. De resultaten kunnen per InBody apparaat verschillen.
In de komende alinea’s zult u over de 4 meest gebruikte resultaten leren. Deze resultaten zijn beschikbaar op de InBody 770. Dat zijn:
Zoals u weet zijn er twee soorten lichaamsvet: onderhuids en visceraal vet. Met de grafiek van het Visceraal Vet Gebied* kunt u zien hoeveel visceraal vet uw cliënt heeft.
De grafiek lijkt ingewikkelder dan het is. De ‘100” aan de linkerkant van de grafiek staat voor 100 cm² visceraal vet.
Het beste is om uw cliënten te adviseren om een visceraal vet gebied van minder dan 100 cm² te hebben voor een optimale gezondheid en om gezondheidsrisico’s te verminderen.
Uit onderzoek is gebleken dat de hoeveelheid visceraal vet wordt beïnvloed door cardiotraining.
Door de cliënt meer cardiotraining te laten toen, kan het visceraal vet afnemen en de gezondheid verbeterd worden.
*Het Visceraal Vetniveau op het InBody 570 resultatenblad
Deze sectie maakt het makkelijk om doelen voor uw cliënt te stellen. Het is ontworpen om uw cliënt te helpen in het behalen van de ideale lichaamssamenstelling wat gelijk is aan het gemiddelde vetpercentage voor hun geslacht (15% voor de man en 23% voor de vrouw).
Afhankelijk van de huidige Spier-Vet balans zal deze sectie van het resultatenblad advies geven over de Vetmassa en/of Vetvrije Massa om het ideale Vetpercentage te krijgen.
Als uw cliënt te veel vet heeft, zal de InBody het advies geven om een bepaalde hoeveelheid kg Vetmassa te verliezen en aan te komen in Vetvrije Massa of de huidige Vetvrije Massa te behouden. De InBody zal nooit het advies geven om af te vallen in Vetvrije Massa.
Deze aanbevelingen zijn bedoeld als algemene richtlijnen voor het helpen van individuen in het bereiken van de optimale gezondheid. Deze cliënten kunnen echter ook hun eigen doelen hebben. Het is daarom raadzaam om van tevoren te bespreken wat de doelen zijn voordat u een programma opstelt.
In het voorbeeld hierboven ziet u dat deze persoon 3.3 pond (1.5 kg) lichaamsvet in de linkerarm heeft. Voor een persoon van deze lengte en geslacht is dat 158.9%: 58.9% meer lichaamsvet dan de gemiddelde persoon met dezelfde lengte en hetzelfde geslacht.
Deze sectie kan gebruikt worden om de verbeteringen in de lichaamssamenstelling van de cliënt te volgen. Hoewel uit onderzoek is gebleken dat u niet plaatselijk kunt afvallen door middel van oefeningen, kunt u deze sectie wel gebruiken om uw cliënten te motiveren en hen meer gedetailleerde informatie te geven over de verbeteringen die ze hebben gemaakt.
Het Basaal Metabolisme of BMR is het aantal calorieën dat uw cliënt in rusttoestand nodig heeft om te kunnen overleven. Deze waarde zal helpen bij het maken van een nutritioneel plan voor de cliënt. Het plan is essentieel voor het bereiken van de gewenste lichaamssamenstelling.
Uw cliënten zullen mogelijk niet helemaal begrijpen wat BMR is en wellicht denken dat de BMR aangeeft hoeveel calorieën ze op een dag moeten eten. Dit is echter NIET het geval!
BMR houdt geen rekening met de hoeveelheid calorieën die nodig is om dagelijkse activiteiten uit te kunnen voeren, dus is de caloriebehoefte van uw cliënt waarschijnlijk veel hoger dan de BMR.
Read 'How To Use BMR To Hack Your Diet '
Read 'Your Metabolism and Your Body Composition'
InBody European Headquarters
Gyroscoopweg 122
1042 AZ Amsterdam
The Netherlands
+31 20 2386080
© 2019 InBody Nederland.
By continuing to use the site, you agree to the use of cookies. more information
The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.