Volgens een beroemd citaat van astronoom Carl Sagan bestaan we allemaal uit sterrenstof, maar er zijn meer manieren om naar de samenstelling van het menselijk lichaam te kijken. Het 4C-model is de meest betrouwbare methode om de percentages water, spieren, botten en vet te meten.
Sam en Floris zijn even oud, even lang en ze wegen hetzelfde. Volgens de BMI hebben ze overgewicht. Toch is dat in de werkelijkheid alleen voor Sam het geval. Hij brengt het grootste deel van zijn dagen zittend door en sport zelden. Floris sport vier keer per week en is fit en gespierd. BMI zegt niets over je lichaamssamenstelling en dus ook niet over gezondheid. Vet heeft een lagere dichtheid dan spieren en dus neemt het in het lichaam meer plaats in. Het is daarom logisch dat Sam de broeken die Floris draagt niet past.
Wat is lichaamssamenstelling?
We moeten terug in de geschiedenis. Zo’n dertig jaar geleden hebben drie Amerikaanse wetenschappers een nieuw model geïntroduceerd waarin het lichaam in vijf niveaus is ingedeeld[2]. Het eerste is simpelweg het lichaam, met het hoofd, de romp, de armen en de benen. Onder het tweede vallen het skelet, het vetweefsel en de organen. Op het derde niveau, het cellulair niveau, bestaat het lichaam uit cellen, extracellulaire vloeistoffen en extracellulaire vaste stoffen. Op het vierde niveau, het moleculair niveau, is het lichaam samengesteld uit water, lipiden (vet), proteïnen (spieren) en mineralen (botten). Op atomair niveau, het laatste niveau, bestaat een mens uit zuurstof, koolstof, waterstof en andere elementen zoals stikstof en calcium.
2c en 4c
Ben je er nog? Goed! Laten we dan even kijken naar 2c en 4c, twee modellen die vaak worden gebruikt als het gaat om het meten van de lichaamssamenstelling op moleculair niveau. De c staat in beide modellen voor ‘component’.
Het 2c-model
Het 2c-model kun je gebruiken als je het percentage lichaamsvet wilt bepalen. De twee componenten in het model zijn:
- De vetmassa; al het vet in je lichaam, zowel subcutaan vet als visceraal vet.
- De vetvrije massa; alles in je lichaam wat geen vet is, zoals organen, spiermassa, water en botten.
Het 4c-model
Het 4c-model meet vier componenten. Dit model wordt beschouwd als het meest betrouwbaar.
- Het lichaamswater kan worden opgesplitst in het water in de lichaamscellen (intracellulair water) en het water erbuiten (extracellulair water).
- Eiwitten zitten in je spieren.
- De mineralen in je lichaam bevinden zich hoofdzakelijk in de bloedbaan en in het botweefsel.
- Je hebt twee soorten vet, subcutaan vet en visceraal vet.
De meetmethodes
Je kunt je lichaamssamenstelling op verschillende manieren laten meten. Hieronder zie je een paar mogelijkheden.
-
Hydrostatische weging
Het 2C-model zien we vertaald in de zogenaamde hydrostatische weging. Je zit daarbij op een stoel in een waterbassin. De stoel hangt aan een weegschaal. Vervolgens wordt je gewicht in en buiten het water vastgesteld en wordt er een formule op losgelaten, waarmee het vetpercentage wordt berekend. Het probleem met dit model is dat het uitgaat van constante verhoudingen van de vetvrije massa en uit andere analyses blijkt dat deze elementen niet constant zijn. Hydrostatische wegingen worden doorgaans alleen in ziekenhuizen gedaan.
-
Dual Energy X-Ray Absorptiemetrie (DEXA-scan)
Een DEXA-scan wordt met röntgenstraling gedaan en je voelt er dus niks van. Je ligt op een bed en vervolgens word je gescand. Met de test worden botmassa, spiermassa en vetmassa vastgesteld. Deze scans worden in ziekenhuizen gedaan, meestal in het kader van botonderzoek. Als je geïnteresseerd bent in je spiermassa en vetmassa, kun je een scan laten doen bij bijvoorbeeld een voedingsconsultant. De test is betrouwbaar.
-
Een bio-elektrische impedantie analyse (BIA)
Als je een BIA wilt laten doen, zijn er meerdere opties. Je kunt bijvoorbeeld een InBody-test laten doen in een sportschool of bij een diëtist. Je staat daarbij met je blote voeten op een weegschaal en je houdt twee handgrepen vast. Met deze test kan eenvoudig worden vastgesteld wat de percentages water, spieren, botten en vet in je lichaam zijn.
Als er vanwege je gezondheid redenen voor zijn, kan een arts voorstellen om een BIA in een ziekenhuis te laten doen. Dan lig je op een bed en er worden elektroden op je geplakt. Vervolgens wordt er stroom doorheen geleid, wat je niet merkt.
Een BIA is pijnloos en betrouwbaar.
-
Huidplooimeting met een vetpercentage meter
Een huidplooimeting moet je laten uitvoeren door iemand met ervaring. Vaak worden op vier verschillende plekken huidplooien gemeten met een speciaal instrument dat een beetje op een tang lijkt. Vervolgens worden er formules en referentietabellen gebruikt om je vetpercentage vast te stellen. De test is betrouwbaar, als hij goed wordt uitgevoerd.
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat een gezonde lichaamssamenstelling de levensverwachting verlengt en de kans op hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en insulineresistentie verkleint en het energieniveau verhoogt. Laat dus een analyse doen!